loebas

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  loebas    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• loe·bas

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van lobbes

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	loebas	loebassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de loebas m

1. groot, plomp maar goedig dier (hond) of persoon

   • In allerijl werd de doodzieke Chico, volgens Ria een lieve aanhankelijke loebas, naar de dierenarts gebracht, die een bloeding in de blaas constateerde.  
   • Pixars laatste film Cars 2 was een ramp, maar de animatiestudio heeft genoeg krediet om 25 juli, als Brave uitkomt, toch in de agenda te zetten. Een middeleeuws avontuur met geinige Schotse accenten klinkt na How To Train Your Dragon niet nieuw, maar Brave heeft zijn eigen psychodynamiek. Puberende tomboy met vuurrood haar, prinses Merida, botst met nuffige moeder, koningin Elinor. Met pa als goedige loebas die het vrouwengedoe van ironisch commentaar voorziet.  
   • Zomer stelt de dingen graag heel na-druk-ke-lijk. De film speelt zich af in een Brabants dorp, zeg Maaskantje, met de koeltoren van de energiecentrale als onbeweeglijk symbool van modernistische orde. Vader is een goedige loebas, moeder houdt haar wanhoop eronder met witte wijn en pijnstillers, de dorpsjongens zijn oversekste zuipschuiten die dingen als „daar moet een piemel in” scanderen. In het dorp wordt verkrachting of vrouwenmishandeling toegedekt en bestaat het vermaak uit frietkot en danskot. Maar Anna is anders: bij haar gaat het kriebelen als de exotische Lena op de motor voorrijdt.  

Synoniemen

• sukkel, goedzak, goeierd, sukkel, lummel, lomperd, lobbes

Gangbaarheid

• Het woord loebas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "loebas" herkend door:

51 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.