locavoor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lo·ca·voor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | locavoor | locavoren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de locavoor m
- iemand die, uit principe, alleen maar producten eet die uit de eigen omgeving komen
Gangbaarheid
- Het woord locavoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.