litigieus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- li·ti·gi·eus
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | litigieus | litigieuzer | litigieust |
verbogen | litigieuze | litigieuzere | litigieuste |
partitief | litigieus | litigieuzers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
litigieus [1]
Synoniemen
- [1] betwist, betwistbaar
Gangbaarheid
- Het woord litigieus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "litigieus" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
38 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be