leegbloedt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leeg·bloedt

Werkwoord

vervoeging van
leegbloeden

leegbloedt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegbloeden
    • ... dat jij leegbloedt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegbloeden
    • ... dat hij leegbloedt.