leegbloedde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leeg·bloed·de

Werkwoord

vervoeging van
leegbloeden

leegbloedde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van leegbloeden
    • ... dat ik leegbloedde. 
    • ... dat jij leegbloedde. 
    • ... dat hij, zij, het leegbloedde.