lamenteerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·men·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
lamenteren

lamenteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van lamenteren
    • Ik lamenteerde. 
    • Jij lamenteerde. 
    • Hij, zij, het lamenteerde.