lambriseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lam·bri·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
lambriseren

lambriseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van lambriseren
    • Ik lambriseerde. 
    • Jij lambriseerde. 
    • Hij, zij, het lambriseerde.