laatje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·tje

Zelfstandig naamwoord

het laatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord la
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lade

het laatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord laat
Verwante begrippen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be