lærte
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- lær·te
Naar frequentie | 1154 |
---|
Werkwoord
lærte
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van lære
Noors
Woordafbreking
- lær·te
Bijvoeglijk naamwoord
lærte
lærte
- meervoud van lært
Werkwoord
lærte
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van lære