kynologie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ky·no·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kynologie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kynologie v
- (dierkunde) de leer van (ras)honden, het is geen erkende wetenschappelijke discipline
- De Twentse Kynologen Vereniging (TKV) houdt zondag 22 juni een dag die in het teken staat van hondensport en kynologie. Op het terrein aan de Leppeweg 196, achter Het Rutbeek, worden onder meer rashondenkeuringen gehouden voor honden tussen de drie en zes maanden. Ook staan er keuringen op het programma voor rasloze honden en viervoeters zonder stamboom.[2]
- N-VA-Kamerlid Minneke De Ridder heeft een wetsvoorstel klaar rond het invoeren van een verplichte hondenhoudersvergunning. Wie een hond in huis wil halen, moet eerst een cursus kynologie volgen. Dat berichten Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg woensdag.[3]
Gangbaarheid
- Het woord kynologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kynologie" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ kynologie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 12-06-2008
- ↑ De Standaard 25/04/2012 door dgs
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be