kwanselde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwan·sel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwanselen |
kwanselde
- enkelvoud verleden tijd van kwanselen
- Ik kwanselde.
- Jij kwanselde.
- Hij, zij, het kwanselde.
- Ik kwanselde.
vervoeging van |
---|
kwanselen |
kwanselde