kwakzalf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwak·zalf
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwakzalven |
kwakzalf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwakzalven
- Ik kwakzalf.
- gebiedende wijs van kwakzalven
- Kwakzalf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwakzalven
- Kwakzalf je?