knikkerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knikkerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- knik·ker·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
knikkeren |
knikkerden
- meervoud verleden tijd van knikkeren
- Wij knikkerden.
- Jullie knikkerden.
- Zij knikkerden.
- Wij knikkerden.