knies

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knies

Werkwoord

vervoeging van
kniezen

knies

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kniezen
    • Ik knies. 
  2. gebiedende wijs van kniezen
    • Knies! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kniezen
    • Knies je?