klussen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klus·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klussen
kluste
geklust
zwak -t volledig

Werkwoord

klussen

  1. inergatief in en rond het huis verbeteringen of reparaties verrichten, al dan niet tegen betaling
    • Hij heeft altijd veel geklust. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de klussenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klus

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen