klotsen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klot·sen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘natuurlijke geluid van vloeistoffen maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1667 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klotsen |
klotste |
geklotst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
klotsen
- ergatief van een golvende vloeistof hoorbaar tegen of over een wand botsen
- De hoge golf was tegen de kade geklotst en de spetters waren om zijn oren gevlogen.
- inergatief van een golvende vloeistof hoorbaar in beweging zijn
- We wisten zeker dat er die nacht niet geklotst zou worden en dat we lekker zouden slapen.
- overgankelijk een deels vloeibare inhoud in hoorbare beweging brengen
- De melk werd zo heen en weer geklotst en kwam in contact met de bacteriën die in de maag zaten.
Gangbaarheid
- Het woord klotsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "klotsen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "klotsen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Ergatief werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %