keken neer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ke·ken neer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
neerkijken

keken neer

  1. meervoud verleden tijd van neerkijken
    • Wij keken neer. 
    • Jullie keken neer. 
    • Zij keken neer. 


Gangbaarheid