katsjoe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kat·sjoe
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord katsjoe -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de katsjoem

  1. ingedroogd aftreksel (bruin) uit het hout van acacia's Acacia op Wikispecies of (geel) de bladeren van Uncaria gambir op Wikispecies
    Katsjoe bevat veel tannine en wordt gebruikt als looi- en verfstof, als samentrekkend geneesmiddel of als additief bij voedsel of snoep
    • Het beste resultaat bereikt men door de katsjoe in een netje te doen en op te lossen in kokend water. (…) Het tanen wordt meestal toegepast bij touwwerk, dat langdurig onder water moet blijven of veel en langdurig aan de buitenlucht wordt blootgesteld. [3]
  2. elastisch, waterdicht materiaal, gewonnen uit de rubberboom of synthetisch gemaakt
    • Zij: "En waarom geven jouw collega's jou katsjoe botten? Very girly, Goovaerts" Ik: "Opdat ik op de voetbal geen kou zou krijgen." [4]

Gangbaarheid

9 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen