kassiewijlen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kassiewijlen (hulp, bestand)
- IPA: /kɑsiˈwɛilə(n)/
Woordafbreking
- kas·sie·wij·len
Woordherkomst en -opbouw
- via Bargoens van hasjeweine, ten onrechte opgevat als samenstelling van kastje zn "doodskist" en wijlen ww "verblijven" [1]
Bijvoeglijk naamwoord
kassiewijlen
- verouderde spelling of vorm van kassiewijle tot 2006
Opmerkingen
- Tussen 1990 en 1996 per abuis met deze spelling vermeld in de officiële Woordenlijst Nederlandse taal; in Van Dale's Groot Woordenboek van de Nederlandse taal is altijd de spelling zonder -n gebruikt.
Gangbaarheid
- Het woord 'kassiewijlen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kassiewijlen" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Oude spelling van het Nederlands van voor 2006
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 82 %
- Prevalentie Vlaanderen 16 %