kaperij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·pe·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaperij kaperijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kaperijv

  1. het gewelddadig overnemen van een voertuig waarbij de bemanning al of niet gegijzeld wordt
    • Hillen schijnt nog steeds niet te beseffen dat voor de bescherming van Nederlandse eigendommen en onderdanen niets 'te duur' mag zijn. Daar is onze defensie voor in het leven geroepen. Nu zijn de mariniers weer 'te duur' om ingezet te worden tegen kaperij! [3] 
    • Waarschijnlijk omdat De Ruyter hem in negatieve zin deed denken aan de tijd die onze huidige premier juist instemmend memoreerde toen hij de VOC-mentaliteit aanprees. En inderdaad, ondanks de vele uitmuntende eigenschappen van de gevierde admiraal: aan zijn handen kleefde wel het bloed van kaperij en kolonialisme. [4] 

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. kaperij op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. De Telegraaf MARGO STOLS 08 nov. 2012 LEZERSMAIL: Hillen
  4. Reformatorisch Dagblad Dr. R. P. de Graaf 21-03-2007 Moede van de zee
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be