intuigde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·tuig·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
intuigen |
intuigde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van intuigen
- ... dat ik intuigde.
- ... dat jij intuigde.
- ... dat hij, zij, het intuigde.
- ... dat ik intuigde.