interageerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·ageer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
interageren |
interageerden
- meervoud verleden tijd van interageren
- Wij interageerden.
- Jullie interageerden.
- Zij interageerden.
- Wij interageerden.
vervoeging van |
---|
interageren |
interageerden