interactuar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
interactuar |
interactuaba |
interactuado |
volledig |
Werkwoord
interactuar
Woordafbreking
- in·te·rac·tuar
- onovergankelijk
- op elkaar inwerken, op elkaar reageren
Synoniemen
- [1] relacionarse