intensiveerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ten·si·veer·de

Werkwoord

vervoeging van
intensiveren

intensiveerde

  1. enkelvoud verleden tijd van intensiveren
    • Ik intensiveerde. 
    • Jij intensiveerde. 
    • Hij, zij, het intensiveerde.