instraalden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·straal·den

Werkwoord

vervoeging van
instralen

instraalden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van instralen
    • ...dat wij instraalden. 
    • ...dat jullie instraalden. 
    • ...dat zij instraalden. 

Gangbaarheid