institueerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·sti·tu·eer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
institueren |
institueerden
- meervoud verleden tijd van institueren
- Wij institueerden.
- Jullie institueerden.
- Zij institueerden.
- Wij institueerden.
vervoeging van |
---|
institueren |
institueerden