insemineerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·se·mi·neer·den

Werkwoord

vervoeging van
insemineren

insemineerden

  1. meervoud verleden tijd van insemineren
    • Wij insemineerden. 
    • Jullie insemineerden. 
    • Zij insemineerden.