inkwartierde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·kwar·tier·de

Werkwoord

vervoeging van
inkwartieren

inkwartierde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inkwartieren
    • ... dat ik inkwartierde. 
    • ... dat jij inkwartierde. 
    • ... dat hij, zij, het inkwartierde.