industrialiseerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·dus·tri·a·li·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
industrialiseren

industrialiseerden

  1. meervoud verleden tijd van industrialiseren
    • Wij industrialiseerden. 
    • Jullie industrialiseerden. 
    • Zij industrialiseerden.