individualiseer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  individualiseer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• in·di·vi·du·a·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
individualiseren

individualiseer

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van individualiseren
   

   • Ik individualiseer. 

2. gebiedende wijs van individualiseren
   

   • Individualiseer! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van individualiseren
   

   • Individualiseer je?