houtsnipper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

houtsnipper
Uitspraak
Woordafbreking
  • hout·snip·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houtsnipper houtsnippers
verkleinwoord houtsnippertje houtsnippertjes

Zelfstandig naamwoord

de houtsnipperm

  1. een klein, plat hout dat ontstaat als snoeihout met een hakselaar is versnipperd
     Langs het gazon slingert een pad van houtsnippers in de richting van het bos.[1]
     "Dit is niet normaal. Dit is een steekwapen, ik heb bloed aan mijn vinger", zegt Hans van Houwelingen. Hij houdt in de Almelose speeltuin een scherpe houtsnipper in de lucht. Het zand is er vervangen door houtsnippers. Veel te gevaarlijk, vindt de buurt.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 januari 2022 Weblink bron “Versnippering in Almelo: 'Met zoveel kleine partijen wordt de stad onbestuurbaar'” (30-01-2018), NOS