houthakten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: houthakten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hout·hak·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
houthakken |
houthakten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van houthakken
- ...dat wij houthakten.
- ...dat jullie houthakten.
- ...dat zij houthakten.
- ...dat wij houthakten.