hottub

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

hottub
Uitspraak
Woordafbreking
  • hot·tub
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hottub hottubs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hottubm

  1. een warm bad in de buitenlucht
     We brachten de vakantie samen in Big Bear door. We kookten samen, gingen in de hottub en deden kaartspelletjes. Met Kerstmis gaf ik hem een trui en hij gaf mij een agenda.[2]
     We zagen het deze week al een paar keer voorbijkomen in Nederland: volle voetbalstadions met dik ingepakte supporters op de tribunes. Maar in Denemarken lossen ze dat heel anders op. Gewoon met een hottub langs de zijlijn.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. hottub op website: Etymologiebank.nl
  2. Taylor Jenkins Reid
    “Daisy Jones & the Six” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026349249
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 januari 2022 Weblink bron “Sneeuw en vrieskou? Deze dames kijken voetbal in bikini” (02-03-2018), NOS