hoppede

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • hop·pe·de

Werkwoord

hoppede

  1. verleden tijd van hoppe


Noors

Woordafbreking
  • hop·pe·de
Naar frequentie 13763

Bijvoeglijk naamwoord

hoppede, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van hoppa

hoppede, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van hoppa
Schrijfwijzen

Bijvoeglijk naamwoord

hoppede, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van hoppet

hoppede, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van hoppet
Schrijfwijzen