hoogstnoodzakelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoogstnoodzakelijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhoxstnotˌsakələk / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- hoogst·nood·za·ke·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoogst bn en noodzakelijk bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | hoogstnoodzakelijk |
verbogen | hoogstnoodzakelijke |
partitief | hoogstnoodzakelijks |
Bijvoeglijk naamwoord
hoogstnoodzakelijk
- wat het allerbelangrijkste is; wat niet gemist kan worden
- ▸ Met de weken die verstreken vervaagden de beelden van die zondag en kwamen ze minder vaak naar boven. Elza keek haar vader niet aan en zei alleen het hoogstnoodzakelijke tegen hem.[1]
- ▸ In haar rapport pleit ze voor het binnenlaten van vrouwen, mensen met een migratieachtergrond, lhbt'ers en hoger opgeleiden. Ze stelt vast dat het al jaren lastig blijkt om het korps diverser te maken, maar dat het hoogstnoodzakelijk is voor de aansluiting bij de samenleving.[2]
Gangbaarheid
- Het woord hoogstnoodzakelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Carla de Jong“Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
- ↑ Weblink bron “Rapport over politie: interne begeleiding en inclusiviteit moeten verbeterd” (15-03-2021), NOS