honderdnegenenvijftigjarige

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·ne·gen·en·vijf·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

honderdnegenenvijftigjarige

  1. verbogen vorm van de stellende trap van honderdnegenenvijftigjarig
    • De vulkaan werd weer actief na een honderdnegenenvijftigjarige periode zonder uitbarstingen. 
Schrijfwijzen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdnegenenvijftigjarige honderdnegenenvijftigjarigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de honderdnegenenvijftigjarigev / m

  1. levend wezen dat 159 jaar oud is of iets dat 159 jaar bestaat
    • De honderdnegenenvijftigjarige is voor een schildpad nog heel actief. 
Schrijfwijzen

Gangbaarheid