hineinbitten
Duits
Uitspraak
- Geluid: hineinbitten (hulp, bestand)
- IPA: hɪˈnaɪnbɪtən
Woordafbreking
- hi·nein·bit·ten
- hin·ein·bit·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hineinbitten |
bat hinein |
hat hineingebeten |
volledig |
Werkwoord
hineinbitten (met accusatief)
- overgankelijk binnen nodigen
- «Als sie ihn auf einen Tee hineinbitten wollte, lehnte er dankend ab.»
- Toen ze hem op een thee wou binnen nodigen, wees hij dat met dank af.
- «Als sie ihn auf einen Tee hineinbitten wollte, lehnte er dankend ab.»