heupkop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

heupkop (head)
Uitspraak
Woordafbreking
  • heup·kop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heupkop heupkoppen
verkleinwoord heupkopje heupkopjes

Zelfstandig naamwoord

de heupkopm

  1. (anatomie) bolle uiteinde van het dijbeen, deel van het heupgewricht
     Na een intakegesprek op 12 juli bleek dat de heupkop gebroken was. Binnen twee dagen werd ik geopereerd en was ik pijnvrij. Daarna drie weken revalidatie in een revalidatiekliniek.[1]
     U beschrijft dat niet alleen de heupkop gebroken was, maar ook de heupkom. Dat kan gebeurd zijn tijdens het ongeval.[2]

Gangbaarheid

69 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    MARGO STOLS
    “LEZERSMAIL: Wachttijd” (08 nov. 2012), De Telegraaf
  2. Bronlink Weblink bron “Pijn in lies” (22 jan. 2015), De Telegraaf
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be