herzie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·zie

Werkwoord

vervoeging van
herzien

herzie

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herzien
    • Ik herzie. 
  2. gebiedende wijs van herzien
    • Herzie! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herzien
    • Herzie je? 
  4. aanvoegende wijs van herzien