herzagen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: herzagen (hulp, bestand)
- IPA: / hɛrˈzaɣə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ɦɛr.ˈza.χə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɦɛr.ˈza.ɣə(n)/
- (Limburg): /hɛr.ˈza.ɣə(n)/
Woordafbreking
- her·za·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herzien |
herzagen
- meervoud verleden tijd van herzien
- Wij herzagen.
- Jullie herzagen.
- Zij herzagen.
- Wij herzagen.