herverkozen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·ver·ko·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
herverkiezen

herverkozen

  1. meervoud verleden tijd van herverkiezen
    • Wij herverkozen. 
    • Jullie herverkozen. 
    • Zij herverkozen. 
  2. voltooid deelwoord van herverkiezen

Gangbaarheid