hersenspoel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·sen·spoel

Werkwoord

vervoeging van
hersenspoelen

hersenspoel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hersenspoelen
    • Ik hersenspoel. 
  2. gebiedende wijs van hersenspoelen
    • Hersenspoel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hersenspoelen
    • Hersenspoel je?