herformuleerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·for·mu·leer·den

Werkwoord

vervoeging van
herformuleren

herformuleerden

  1. meervoud verleden tijd van herformuleren
    • Wij herformuleerden. 
    • Jullie herformuleerden. 
    • Zij herformuleerden.