handicapten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handicapten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- han·di·cap·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
handicappen |
handicapten
- meervoud verleden tijd van handicappen
- Wij handicapten.
- Jullie handicapten.
- Zij handicapten.
- Wij handicapten.