handgeschilderd

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hand·ge·schil·derd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen handgeschilderd
verbogen handgeschilderde
partitief handgeschilderds

Bijvoeglijk naamwoord

handgeschilderd [1]

  1. van iets dat er door mensen (en dus niet met een machine) verf op is aangebracht
     Hier en daar hadden ze al handgeschilderde borden opgehangen aan de half klare huizen met namen als Akershus, Bergenhus, Fredriksten, Oscarsborg en Kongens Gate.[2]
     De tekst van het Almelo’s Volkslied siert sinds donderdag de ruiten van Broekhuis, aan de kant van Het Kolkje. Handgeschilderd door de Almelose schilder Freddy Hoevers. Die er ook een portret van maker Herman Finkers naast schilderde.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628265
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 augustus 2022 Weblink bron “Almelo's Volkslied van Herman Finkers nu op ruit van Broekhuis” (21-10-2016), Tubantia