halteerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: halteerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hal·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
halteren |
halteerden
- meervoud verleden tijd van halteren
- Wij halteerden.
- Jullie halteerden.
- Zij halteerden.
- Wij halteerden.