hakofe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ha·ko·fe
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakofe | hakofes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) ommegang, bijvoorbeeld met Torarollen op het feest van Simchat Tora
Verwante begrippen
- Hebreeuws: hakafa
Gangbaarheid
- Het woord 'hakofe' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.