groepage
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groe·pa·ge
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van groeperen met het achtervoegsel -age [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groepage | groepages |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de groepage v
- het groeperen
- het ter kostenbesparing samen verzenden van verschillende vrachten
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord groepage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "groepage" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ groepage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be