greineerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: greineerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- grei·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
greineren |
greineerden
- meervoud verleden tijd van greineren
- Wij greineerden.
- Jullie greineerden.
- Zij greineerden.
- Wij greineerden.