greide

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • grei·de
Naar frequentie 3127

Bijvoeglijk naamwoord

greide, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van greid

greide, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van greid
Schrijfwijzen

Werkwoord

greide

  1. verleden tijd van greie
Schrijfwijzen